Een lepel is geen droom,
een lepel is een palindroom.
Nee, niet de droom van een aal:
dat is een heel ander verhaal.
Als ik over palen of latten droom,
stokken, of gewoon een omgezaagde boom
die zien er omgekeerd ook hetzelfde uit
zoals een liniaal, een baksteen of kiwifruit.
Toch zijn het allemaal geen palindromen.
Je denkt na hoe ze aan die eretitel komen
als je ineens op de bovenloop ontwaakt
en de parterretrap is nog niet gemaakt.
Je belt madam legovogel, de redder in nood
ze komt met negen neven in een snelle boot
naar je droomoord, en repareert de oude trap
– ondersteboven, dat doet ze voor de grap.