De hip hop-koala gaat door
Onze geest is verkaveld, niemand heeft plaats aan het hoofd van de tafel, wat zit je haar leuk, wie heeft dat gedaan? Brian? Lion? Ian is een orkaan in Florida, dat was een story daar, alligators zwommen in de horeca,
MIRU EN KAMIEL CHOI
Onze geest is verkaveld, niemand heeft plaats aan het hoofd van de tafel, wat zit je haar leuk, wie heeft dat gedaan? Brian? Lion? Ian is een orkaan in Florida, dat was een story daar, alligators zwommen in de horeca,
Een lepel is geen droom, een lepel is een palindroom. Nee, niet de droom van een aal: dat is een heel ander verhaal. Als ik over palen of latten droom, stokken, of gewoon een omgezaagde boom die zien er omgekeerd
Er zwom eens een haai met een tand door zijn lip. In de verte zag hij een mooi groot schip als een sierlijke zwaan door het water gaan. Hij had erge honger, dus hij zwom erachteraan. Drie kleine kinderen vielen
Zijn rechterbeen was van ebbenhout en zijn linker van kastanje. De piraterij nam hij met een korreltje zout en zijn baard die was oranje. Zijn ene arm was een grote haak de andere arm zonder franje. Dat zie je bij
Ik bezit de allerlaatste habbekrats. De andere habbekratsen zijn spoorloos verdwenen. De mensen hebben me er tien miljoen voor geboden, ze zijn ook komen smeken. Maar ik houd hem lekker zelf, en poets hem nog wat op. Ik berg hem
Refrein: Bang van het water bang van het vuur bang van de klokkenluider ieder uur bang van het geld want dat is te duur bang van oude auto’s en accuzuur bang van een fiets met een wiebelend stuur bang als
Ik zag twee marmotten spelen bij een beek. Alles leek zo helder: heb elkaar lief en neem die liefde waar, plak er spaarkaarten mee vol. Wees broos als oud brood op een aarden bord, weet je geborgen als de stoomfluit
Dit is kip hop zie je die stok er zit geen kip op honderden fans bestormen onze ren, niemand die het verder heeft geschopt je krop raakt verstopt als ik de beat drop rock je kippenkop in het ritme van
Meneer Rimpel liep door de donkere nacht. Tussen de grijze bomen zweeg de kille wind. De stilte bevroor zijn gedachten en Rimpel verloor zichzelf in het ploffen van zijn stappen en het knisperen van dorre bladeren. Tussen de rijzige gestalten
(devil in disguise, Elvis Presley) Je balkt als een ezel, je zwalkt als een ezel, dus ik trek zachtjes aan je staart. Maar je bent gewoon een paard! Je bent een paard! Oh ja een paard! Ja ja een paard!